Techniek beursbaan.

De hoofdbaan rijdt automatisch of handbediend. De automatische regeling bestaat uit relais en niet uit moderne programmeerbare schakelunits zoals nu te verkrijgen zijn. Denk hierbij bv aan de Arduino-kits. Ook zal de schakeling met digitale poorten (EN, OFF, NOR, JK-flipflops etc) gebouwd kunnen worden en ook hier is destijds niet voor gekozen. Een reden voor de relais was o.a het schakelen van de wissels en de seinen. De keus hiervoor voor relais was bij bv kortsluitingen, een relasicontact is hier minder gevoelig voor dan bv een transistor. Bij kortsluiting schakelt de trafo af zodat kortsluiting via die weg beveiligd is. Als je relais gebruikt en je hebt contacten over dan kun je deze ook gebruiken voor de regeling.

De opzet is dat per ovaal (buiten- en binnenspoor) 1, 2 of 3 treinen automatisch kunnen rijden. Middels schakelrails in de baan worden de posities van de treinen doorgegeven. Wissels die verkeerd staan worden goed gezet zodat de kans op ongelukken minimaal wordt. Een extra is dat een trein die op de baan rijdt automatisch gewisseld kan worden met een wachtende trein op de rangeersporen of het toegangsspoor. De trein die uit het rijprogramma wordt gehaald moet wel handmatig teruggereden worden.

Buitenbaan.

Relaisschema van de buitenbaan. (Uitleg). (Legenda)

 

Binnenbaan.

Relaisschema van de binnenbaan. (Uitleg). (Legenda)

 

De schakelingen gebouwd.

De print van de buitenbaan, relais- en draadkant.

De print van de binnenbaan, relais- en draadkant.

 

De 4 opstelsporen van de stoomwerkplaats. Dit deel is geen onderdeel van het automatisch rijden.

In de opstelsporen is gebruik gemaakt van een driewegwissel. Een driewegwissel is een combinatie van een linkse- en een rechtse wissel, dus ook twee aandrijfspoelen. Als je links af wil zorg je dat rechts op rechtdoor staat en links op afbuigen. Dit kunnen twee handelingen zijn. Voor rechtsaf geldt hetzelfde echter dan moet links op rechtdoor staan. Om rechtdoor te gaan moeten beide spoelen op rechtdoor staan. Je kan er voor kiezen om beide spoelen elk met twee schakelaars te bedienen of je kiest voor een oplossing waarbij je met drie schakelaars de gewenste richting kan instellen. Dit laatste is ook voor deze driewegwissel gekozen. Met drie drukknoppen en drie relais kan een schakelingetje gebouwd worden die dit bewerkstelligt.

Relaisschema driewegwissel.

 

De vier sporen van de stoomwerkplaats kunnen afgeschakeld worden zodat op een spoor een lok stil kan blijven staan. Hiervoor is een relaisschakeling gebouwd met vier bi-stabiele relais. Per spoor kan een relais geactiveerd worden zodat de lok kan rijden. Met één knop worden alle sporen gelijk afgeschakeld.

Daar dit traject totaal geisoleerd is van het hoofdspoor kan hier gekozen worden om digitale loks te plaatsen en deze met een digitale regelaar aan te sturen. Bv stoomloks met geluid kan een extra dimensie geven aan het geheel. Is er voor het digitaal gekozen dan kan de wissel die toegang geeft tot de werkplaats alleen op recht gezet worden. Staat de wissel op afbuigen dan wordt hij recht gezet, ook al druk je op de knop van afbuigen. Het eerste stukje rail is totaal geisoleerd, dit is de buffer tussen analoog en digitaal. Gaat een trein te ver naar het analoog dan stopt hij daar. Andersom ook, staat de wissel nog op afbuigen dan stopt een analoge lok op die rail.

Relaisschema opstelsporen stoomwerkplaats.

 

Keuzeschakelaar: Analoog/digitaal.